Samenvatting
Er verblijven veel CVA-patiënten in het verpleeghuis. Een groot deel van hen heeft ook cognitieve stoornissen. Er is niet precies bekend op wat voor type afdeling zij verblijven (psychogeriatrisch of somatisch), wat voor problemen zij hebben en wat voor zorg zij krijgen. In dit onderzoek zijn 63 nieuw opgenomen verpleeghuispatiënten met een CVA beoordeeld met een uitgebreid geriatrisch assessment instrument, de Minimum Data Set. Op de somatiek afdeling had bijna de helft van de patiënten een matige cognitie (CPS 3- 6), op de PG afdeling was dit bijna driekwart. Eenvijfde deel van de CVA-patiënten opgenomen op een somatische én op de psychogeriatrische afdeling was cognitief slecht (CPS 5 & 6). Op de psychogeriatrische afdelingen hadden de patiënten relatief meer gedragsproblemen, maar een betere ADL zelfstandigheid en zij kregen minder paramedische behandelingen. Depressiviteit kwam op alle typen afdeling ongeveer evenveel voor, maar pijn was veel frequenter aanwezig op de somatische afdeling vergeleken met de psychogeriatrische afdelingen. De dichotomie somatiek- psychogeriatrie doet onvoldoende recht aan de complexe zorgvragen van CVA-patiënten in het verpleeghuis.